Even voorstellen...

Ik ben geboren in Schiedam als jongste in een gezin van negen kinderen. Mijn vader was herenkapper en de motor achter onze muzikale opvoeding. Mijn oudere broers en zussen kregen thuis pianoles, tenminste, voor wie dat wilde. Ook voor mij zou dat zo zijn, ware het niet dat ik, na een aantal jaren AMV-lessen op de plaatselijke muziekschool, liever voor de fluit koos. AMV staat overigens voor Algemene Muzikale Vorming.

Wat een tijd was dat trouwens, die 70’er jaren. Dat je twee keer per week uit school naar muziekles ging. De ene keer voor AMV-les, waarin je noten leerde lezen en ritmes tikken. Maar ook van blad leerde zingen. De tweede les in de week bestond uit een klassikale blokfluitles. Juffrouw Van Duikeren was een kleine, pittige dame die streng was en strikte orde hield.

Op een gegeven moment mocht je een ‘echt’ instrument kiezen. Mijn voorkeur ging uit naar de hobo. Geen idee waarom. Maar op de instrumentkeuze-avond van de muziekschool was het zó druk bij de hobo, dat ik, klein als ik was met mijn elf jaar, niet langs de mensen in de deuropening van het lokaal kon komen.

Zo dwaalde ik door het prachtige gebouw van de muziekschool aan de Lange Nieuwstraat in Schiedam en belandde in het balletlokaal met de spiegelwanden en  barres. Daar stond een vriendelijke mevrouw die me vroeg of ik wilde proberen op de dwarsfluit te blazen. En warempel… er kwam direct een toon uit.

Dat moment, dat gevoel, die betovering zo dicht bij mijn rechteroor, ben ik nooit vergeten.

En zo begonnen mijn fluitlessen, die eindigden op het conservatorium.

 

Daar kreeg ik les van bevlogen en inspirerende docenten. Ik koos er niet voor om in een orkest te gaan spelen, maar wilde graag lesgeven en optreden. Mijn onderwijscarrière begon als muziekdocent aan de muziekscholen in Roosendaal en Middelburg en vervolgens in de Hoeksewaard. Al die jaren werkte ik met veel plezier en ik heb goede herinneringen aan leuke leerlingen en prettige collega’s. Uiteindelijk heb ik tot 2009 met veel plezier als fluitdocent gewerkt.

Daarna, vanwege de bezuinigingen in de cultuursector, ging ik een verkorte Pabo-opleiding doen en gaf ik een jaar of acht les op een basisschool. Na de keuze om naar het oosten te verhuizen ging ik Nederlands studeren en gaf nog tien jaar les als docent Nederlands.

Maar ja, die fluit………!

Wanneer ik maar kon, speelde en studeerde ik. Het fluitspelen was immers mijn eerste liefde. Ik werkte mee aan diverse Cd-opnamen en trad ook zelf regelmatig op, solo of in ensembles. Toen kwam corona en ik besloot te stoppen met lesgeven in de Nederlandse taal.

Op een feest ontmoette ik een fluitiste. We speelden duo’s en later, met een andere fluitist erbij, ook nog trio’s. En als klap op de vuurpijl kwam ik ook een pianiste tegen. Inmiddels hebben we samen al een heel repertoire opgebouwd.

En zo doe ik weer wat ik het liefst doe, namelijk musiceren! Samen met anderen die ook niets liever doen.